Tbilisi
Tbilisi, 16 mei 2016
In de orthodoxe kerk, niet ver van de oever van de Mktvari, laten kerkgangers hun briefje met wensen voorlezen door de patriarch. Het kost één lari, de prijs van een kaarsje. Een koor van jonge vrouwen, allemaal met een geborduurde sluier, laat prachtig gezang weerklinken in de koepel. Religieus of niet, dit laat niemand onberoerd. In het oude centrum worden verrotte gevels weggeschminkt met nieuwbouw, dat ervoor wordt gezet. De oude stijl met imposante sierlijke houten balkons aan de gevel, wordt gekopieerd. De vele steigers tonen de drift van het kapitaal. Niettemin zijn er nog veel arme wijken in de binnenstad. Vervallen panden, bewoond door arme Georgiërs.
Vinotheken rukken op in alle straten. De wijn die ik tot nu toe heb geproefd haalt het niet bij de kwaliteit van die uit Moldavië, afgelopen jaar. Beide landen koesteren een eeuwenoude wijncultuur. Er wordt nog een nieuwe markt voor gezocht. De Russen boycotten de Georgische wijn. Gelukkig wordt er nog veelvuldig handel gedreven met landen in de regio en uit het voormalig oostblok.