Treinsigaret
26 september 2019
Ratelend en kuchend rammelt de trein door vele tunnels en over even zoveel bruggen. Op het gangpad rochelen wat oudere passagiers, die lonken naar een askegel, die sinds dit jaar verboden is in openbare gelegenheden. De conducteur grijpt meteen in als een blonde vrouw toch een sigaret aanvuurt. Montenegro is het rokersparadijs van Europa: bijna de helft van de bevolking boven de 15 rookt. Dat wordt nergens geëvenaard op dit continent. Het rookverbod verschuift halverwege de reis naar gedogen: uiteindelijk trekken de rokers aan het langste eind, inclusief het treinpersoneel, dat voornamelijk in het pluche ligt gedurende de lange reis. Intussen houdt de trein aan bij een klein plaatsje. De geornamenteerde stationsoverste wisselt papieren uit met het treinpersoneel, wat enige tijd in beslag neemt: het simuleren van belangrijkheid.
Spooktrein
26 september 2019
Geafficheerd als één van de mooiere treinreizen in de wereld: de trein van Servië naar Montenegro. Een tocht van twaalf uur over 476 km, met 1000 meter hoogteverschil en honderden bruggen en tunnels. In Belgrado stap ik op. Enfin. Mooi is het zeker. Maar wel even volhouden. De achterdeur van de laatste wagon, die uitkijkt op de bergen, blijkt tijdens de rit open te kunnen. Zonder vergrendeling. De zijdeuren naar buiten blijven automatisch open en dicht gaan. Een spooktrein. Het lot (wagon 31, plaats 167) heeft me naast een dikke Montenegrijn geplaatst in een verder overvolle wagon. En, zo blijkt later, tegenover een Albanees meisje. Zij vraagt of ik mee verkas naar een leeg treinstel verderop. Ze is op weg naar Podgorica voor een jobinterview voor een cruisemaatschappij. Over de grens aan de kant van Montenegro stapt de met automatische geweren geschouderde grenspolitie de trein in. Ik ben net eerder uitgestapt om water en brood te halen aan de andere kant van het spoor, wat me niet in dank wordt afgenomen.