Busy bees
Podgorica, 28 september
Podgorica is een betonnen oostblokstad met een stratenpatroon als een dambord. Je kunt er euro’s pinnen: wettig betaalmiddel in Montenegro. Aan het grote centrale plein staan tientallen stands met imkerproducten en honing. Je verzint het niet: een bijenmanifestatie, opgeluisterd met fleurige folklore. Zo moet het socialisme in het begin gevoeld hebben: geen monumentale gevels of dure opsmuk, maar een gevoel van saamhorigheid op een zonnige nazomerdag. Anders dan Servië heerst in Montenegro heimwee naar de periode van Maarschalk Tito en het oude Joegoslavië, dat in de Sovjetperiode een eigen milde koers probeerde te varen.
Treinsigaret
26 september 2019
Ratelend en kuchend rammelt de trein door vele tunnels en over even zoveel bruggen. Op het gangpad rochelen wat oudere passagiers, die lonken naar een askegel, die sinds dit jaar verboden is in openbare gelegenheden. De conducteur grijpt meteen in als een blonde vrouw toch een sigaret aanvuurt. Montenegro is het rokersparadijs van Europa: bijna de helft van de bevolking boven de 15 rookt. Dat wordt nergens geëvenaard op dit continent. Het rookverbod verschuift halverwege de reis naar gedogen: uiteindelijk trekken de rokers aan het langste eind, inclusief het treinpersoneel, dat voornamelijk in het pluche ligt gedurende de lange reis. Intussen houdt de trein aan bij een klein plaatsje. De geornamenteerde stationsoverste wisselt papieren uit met het treinpersoneel, wat enige tijd in beslag neemt: het simuleren van belangrijkheid.
Belgrado
Sneza Belgrado
25 september 2019
Het gevoel weer opgetild te worden uit de dagelijkse
werkelijkheid. De onstuimige energie van Belgrado op een late
zomeravond. Bevolkte terrassen, straatartiesten en muziek. De
oever van de bochtige rivier De Sava biedt vanuit het oude
stadsdeel en de citadel zicht op Nieuw Belgrado, de Plattenbau en de
neonlichten van Gazprom. Servië is Rusland goed gezind.
Overal kachelen oude Russische stadsbussen rond, met de
reclames uit Rusland er nog op. De Serven kunnen pittige
leiders wel waarderen. Tijdens mijn laatste bezoek een aantal
jaren terug in de tijd zag ik een pro-Gaddafi-demonstratie.
Poetin heeft in Servië aanzien. Die stelt niet zo’n moeilijke eisen
als de EU. Het Servisch nationalisme siert hier en daar het
straatbeeld, met afbeeldingen van Poetin en de Servische vlag.
Click, scan & Go!
Eindhoven airport, 25 september 2019
Uitvoerig word ik betast door securitymedewerker Brutus, die op zijn scherm een afwijkende schim weet te ontwaren als ik het scanapparaat in stap. Daarna word ik extra besnuffeld door de Duitse herder Pukkie van de Koninklijke Marechaussee. Pukkie kwispelt nog, zijn baas blaft: “doorlopen!” Neen, een warm onthaal is het hier niet in Eindhoven. Ook bij de eerdere incheckbalie is het menselijk contact wegbezuinigd: low cost, high profit. Veel loopt volgens click, scan & go, zonder personeel, een trend die je in steeds meer branches ziet. Mens dient het geld. Geen charmant ‘goede reis!’ meer. Geroutineerde kilte blijft over. Enfin. Gelukkig wacht er de kleurrijke glorie van het taxfreeshoppen in de gated community-area.
Kutaisi
Kutaisi, 20 mei 2016
De bewolking is verdreven. De zon schijnt volop en de stad warmt op. Overal bedrijvigheid. Veel jongeren, meestal werkloos, wonen in hun auto en racen luid claxonnerend door de straten van Kutaisi. De overheid probeert het stof van de armoede van de stad te blazen, maar daar is een lange adem voor nodig. De invloed van een corrupt en verdrukkend Sovjetregime laat zich niet makkelijk wegpoetsen. De jaren ’50 zijn nog aanwezig in het straatbeeld: oud busvervoer dat net niet door de wielophanging zakt, een groot donker postkantoor met kantoortjes waar personeel nog handmatig de post sorteert en stempelt. Een nieuw parlementsgebouw, neergezet volgens de laatste moderne architectuur, moet tegenwicht bieden. De stad mist een open middeleeuws plein. In potentie aanwezig, maar volledig in beslag genomen door het kamikazeverkeer dat roet en ergernis achterlaat. De stad heeft weinig samenhang. Hoe hypocriet: de automobilisten slaan voor iedere kerk een kruisteken, vóórdat ze op een zebrapad bijna een oude vrouw tegen de vlakte rijden of snelheid maken in het drukke verkeer.
Housewine
Kutaisi, 20 mei 2016
Bagrat, gastheer en beheerder van een guesthouse, nodigt mij uit voor zijn zelfgemaakte huiswijn. Hij vertelt over het land en brengt een toost uit op mijn dochter, waarvan ik net een foto heb laten zien. “Poetin heeft in 2008 een stuk land ingenomen en bommen op Zuid-Ossetië losgelaten. De landen bestookten elkaar vervolgens met embargo’s. De Russen draaiden de gaskraan dicht. Georgië kocht vervolgens het gas in bij buurland Azerbeidzjan.” Tot groot verdriet van de Russen moesten ze het door het embargo zonder Georgische wijn stellen, vertelt Bagrat niet zonder overdrijving. Gelukkig ziet hij dat ik een wijnkenner ben. Dat schakelt en schenkt meteen op niveau. De Georgiër drinkt toch een klasse hoger. Naast wijn zelfgestookte wodka bij het avondeten. Voor mij te hoog gegrepen.
De landen in de Kaukasus houden er overschaduwd door de geschiedenis een onderling complexe relatie op na. Georgië maakt samen met de VS en Azerbeidzjan deel uit van een militaire training in Turkije, lees ik in een Georgische krant. Armenië, alleen vriendschappelijk georiënteerd op Georgië, houdt zich afzijdig. Azerbeidzjan en Armenië staan op voet van oorlog. Het gasveld in Azerbeidzjan wordt in 2020 door de Trans-Adriatic Pipeline ontsloten voor Europa.
Kutaisi
Kutaisi, 19 mei 2016
Het station van Tbilisi is een enorme betonnen Sovjetkolos dat aan de buitenkant als dusdanig niet herkenbaar is. Ik koop voor omgerekend drie euro, op vertoon van mijn paspoort, een ticket naar Kutaisi, een afstand van 230 kilometer, in vijf uur te overbruggen. Op het perron weerhouden twee agenten mij foto’s te nemen van de verouderde gereedstaande trein. Even later blaft een tweetandige conducteur: “passport”. Zijn jongere vrouwelijke collega weerhoudt hem van verder optreden. In het stationsgebouw weten politieagenten zich moeilijk wakker te houden. Meestal met de telefoon spelend, zittend, bijna slapend. Overal in het land is politie. Doorgaans in de auto, zwaailicht en sirene standaard actief.
Kazbegi
Kazbegi, 18 mei 2016
Op weg naar het in de Grote Kaukasus gelegen bergdorpje Kazbegi, over de militaire weg die Georgië met Rusland verbindt, stop ik met Giorgi, ingehuurd chauffeur, bij een wegrestaurant. Het is betrokken, donker weer. Een hele kudde schapen, koeien en pakezels barricadeert de snelweg. Ook een roet verspreidende vrachtwagen staat vast en wordt door vee omsingeld. Even later maken de dieren zich snel uit de voeten als enkele chauffeurs er ongeduldig en dwars doorheen rijden. Ook wij vervolgen onze rit. Georgiërs cruisen hard over de oneffen weg. De gaten in het wegdek zijn met extra teer gevuld. We passeren een verlaten skiresort en een groot kleurrijk Sovjetkunstwerk, dat de eenheid van de Oostbloklanden moet verbeelden. Op dat moment laten zware wolken hun regen los. Het landschap is even mooi als uitgestrekt. Een ongerept stuk natuur en cultureel erfgoed dient als decor voor een onophoudelijke rij terreinwagens, die toeristen vanuit Kazbegi naar de hoog in het landschap gelegen kerk transporteren, bonkend, soppend en stuiterend door de modder en over zware keien. Overal zijn ze te boeken. De verstikkende diesel en een file in eeuwenoud landschap scheppen een karikatuur. Wandelen is er bijna niet meer mogelijk. Enkelen die een poging wagen worden bijna van hun pad gereden.
Mtskheta
Mtskheta, 17 mei 2016
Per bus vanuit Tbilisi bereik ik Mtsketa, een compact historisch plaatsje in het oosten. Ik huur er een klein appartement. Vanuit het terras van mijn ruimte kan ik de duizend jaar oude kathedraal, werelderfgoed, bijna aanraken. Kerken en kloosters, omringd door met groen overtrokken bergachtig landschap maken tweeduizend jaar geschiedenis tastbaar. De oude orthodoxe bouwwerken zijn puur, met delen die niet gerenoveerd zijn, wat de historie invoelbaar maakt. In een restaurant, niet ver van mijn appartement ontdek ik de Georgische keuken. De Georgiër weet wat goed eten is. Vlees, deeg en vet. De groente heeft zijn plek nog niet verworven. Wel de bijbehorende drank: Cha Cha, een soort wodka, en wijn. De wijn die sommige restaurants uitschenken, is zoet en koel. Niet te drinken. Terwijl de eeuwenoude Georgische wijncultuur gebaseerd is op meer dan vijfhonderd druivensoorten. Gisteren proefde ik in een wijnkelder een verrukkelijke droge witte wijn. Ik kocht meteen twee flessen.
Hagel
Tbilisi, 16 mei 2016
Vijfentwintig graden en hagelstenen vallen als glazen dobbelstenen uit de hemel, die ziedend kan zijn met zware wolken en striemende neerslag. Langer dan een half uur duurt dat niet. Dan trekt de hemel open en hervat het straatleven zijn drukte. Mijn appartement in de oude stad draagt een gietijzeren balkon aan de buitenkant van een verder volledig vervallen voorgevel. Het interieur is chique en ruim van opzet. Met een barokken kroonluchter en hoge plafonds. Helaas valt de stroom uit als ik mijn laptop wil inpluggen. Dan maar naar buiten. Op de binnenplaats stappen drie mannen uit een oude Lada. Ze sjorren touw van het autodak, dat een imperiaal draagt met oud ijzer. Verderop zitten mensen met een waterpijp op het terras. De stad vermengt westerse met Oriëntaalse invloeden. Tegenover de verkrotting in het lagere stadsdeel achter de Meidan ligt de opwaardering van het hogere gedeelte met de dure hotels in het Meketikwartier. De gondels van de over Tbilisi gesponnen kabelbaan trekken onophoudelijk hun baantjes in de lucht. Ik vervolg mijn weg door het oude stadskwartier en loop door een donkere straat, waar kunstenaars hun atelier hebben ingericht. Ik koop wat dagelijkse benodigdheden in een kleine supermarkt, die in een houten keet is gehuisvest. Een oude dame met kleren ver uit de tijd legt drie wortels op de toonbank. Dat is alles wat ze koopt.