Theater
Havana, 20 januari 2013
De stad is één groot straattheater. Overal dynamiek, stemverheffingen, muziek, mannen boven een dambord, kinderen achter een bal, fruit- en groentekarren die het trottoir barricaderen en ronkende antieke wagens die optrekken. De mooie boulevards met geërodeerde barokke gebouwen. Armoede. Overal de aanblik van gevels die wachten op hun verval. Dat geldt niet voor de Malecon, waar panden aan het water met waarde voor het toerisme in ere worden hersteld. Het gebied rondom het capitool is vitaliserend: Chinatown nabij, oude 19e eeuwse treinstellen op een braakliggend terrein. Mensen in een pose naast blinkende auto’s. Kleurrijke meisjes die handel drijven vanuit huis: kleding, riemen en prullaria. Aan de Malecon gutst het water in grote hoeveelheden over de kademuur. Als we er langs lopen zien we een toerist ondergeklaterd worden. Het is aangenaam stadsweer, niet te warm, half bewolkt. Vanuit de Malecon lopen we inwaarts door het oude gedeelte van de wijk Vedado. Ook hier laten huizen hun ingewanden zien: een kier van een buitengevel verschaft ons de aanblik van een krotwoning. De bekabeling klimt tegen de gevel alsof het klimop is.
Luide salsamuziek schettert over de boulevard, waar een Cubaanse menigte is samengepakt. Ook hier begint het weekend, ook al is het onderscheid tussen vrije tijd en tijd voor arbeid minder groot. Overal leven op straat. Luidruchtige conversaties en op elkaar roepen. Bijna geen westerse winkels nog. Het zal gaan veranderen. Allemaal.