Dutch Burghers
Colombo, 13 februari 2014
De afstammelingen van de Nederlanders uit het koloniale Ceylon, nu nog zo’n 20.000 in getal, worden de Dutch Burghers genoemd. Je ziet ze af en toe in het straatbeeld: blanke huid en lichte ogen. Ze vormen een eigen gemeenschap, nog altijd in een bevoorrechte positie. In een boekhandel ontdekken we een in 2012 uitgegeven boek: “A taste of Sugar & Spice, Cuisine of the Dutch Burgher Huisvrouw in Olde Ceylon.” een prachtig in Nederland nog onbekend werk, gebaseerd op een manuscript uit 1770 en geschreven door een Dutch Burgher. Vreemde mogendheden, in het bijzonder de Portugezen en de Nederlanders, lieten hun culinaire sporen achter op het eiland, wat resulteerde in een mix van invloeden. Dat uitgerekend de Hollanders met hun vlakke smaak van knollen en aardappelen bepalend zijn geweest voor het ontstaan van de rijk geschakeerde keuken van Sri Lanka, is bijna onvoorstelbaar. Ze importeerden de kruiden uit Batavia en brachten hun gerechten ermee op smaak. De beter gesitueerde Singalezen namen de gebruiken over.
De Hollanders introduceerden de pannenkoek, de frikadel, in de 17e eeuw nog rond van vorm, lomprijst, smoor (stoofvlees), doopvisch (gekookte vis met eieren) en zuinige koekjes. Al snel wist de Nederlandse huisvrouw de rijke zoete Portugese traditie van gebak te ontdekken en toe te passen. Intussen werd de frikadel razend populair op het eiland en droeg zo bij aan de lokale kookkunst. Nog altijd zijn vele gerechten uit die tijd in het straatbeeld te vinden.
De omschrijving van de Nederlandse man uit de koloniale periode laat weinig aan de verbeeldingskracht over: “They began their day with tobacco and gin and ended it with gin and tobacco.” Tussendoor werd wijn gedronken. De Dutch huisvrouw adopteerde de zoete oliebollen en beignets uit de Portugese keuken. De VOC wierf ook personeel in naburige Europese landen. Niet alle werklieden waren van Nederlandse komaf. Ook dit bracht nieuwe invloeden in de keuken met zich mee.
De Hollandse kerels kwamen moeilijk aan de vrouw. Geen dame uit Nederland durfde de overtocht te maken, met uitzondering van de vrouwen die al met een lid van de compagnie waren getrouwd. Uiteindelijk huwden de mannen de dochters van de gemengde relaties van Portugezen met de inlandse vrouwen. Dit had gevolgen voor de Nederlandse taal. In de keuken werd in toenemende mate Portugees gesproken. De nieuwe echtgenotes waren weinig gecharmeerd van de grof gebekte taal der Lage Landen. Zij verkozen het zwoele Portugees. Nog vóór de Engelsen de macht grepen, werd het Nederlands door het Portugees, of het Portugees-creools, verdrongen. Uiteindelijk brachten de Engelsen onze vaderlandse taal de genadeklap toe, door die te verbieden. Sinds de Engelse periode is het Engels de moedertaal van de Burghers.