Mandalay
Mandalay, 12 februari 2015
De minibus trekt in hoog tempo over de oneffen wegen die de passagiers doen wiegen en opveren. Ze blijven er gelaten onder. Buiten zien we hoe primitief het land is: dorpjes van riet en hout. Mensen wassen zich uit een aluminium kom, gevuld met rivierwater. Kinderen spetteren vrolijk in het water. Een os met kar, geladen met hooi, trekt voorbij. Een herder roept naar een langgerekte kudde geiten. Lawaai. Vandaag is het een lokale boeddhistische feestdag die in het dorp dat we op weg naar Mandalay passeren, met een optocht van opgesierde meisjes en blinkende praalwagens wordt gevierd. De bus manoeuvreert in het chaotisch verkeer. Geiten, koeien en honden blokkeren de doorgang.
De avond valt als we de bestemming bereiken. Mandalay bestaat uit betonnen boulevards met winkels. De straten zijn verduisterd. Openbare verlichting ontbreekt. Het is tijdens een wandeling kiezen uit verdwijnen in één van de vele gaten in het trottoir, of al uitwijkend overreden worden door het autoverkeer, dat rakelings langs ons heen glijdt. We zien billboards met afgebeelde militairen, die nog steeds van zich doen gelden, parlement of niet. Een gated community verrijst: dure panden met prikkeldraad omspannen. Voor het restaurant dat we bezoeken, een kilometer verderop, plaatsen bedelende kinderen de neus tegen het vensterglas. Buiten heerst het gevaar van het verkeer en de uitlaatgassen, binnen de intimiteit en de gastvrijheid met heerlijke gerechten.