Ko Chang
30 juni 2011
De zee is ziedend en steekt haar schuimkoppen op voor de aanval. Op weg naar Cambodja biedt Ko Chang, een eiland onder Bangkok, een aangename tussenstop. Het is een warme zonnige dag geweest. Vermoeiend, zeker na een nachtrust die balanceerde op de grens van het wakker zijn en de slaap. Weliswaar zijn enkele sterke cocktails en een avond stappen goed voor het inslapen, later in de nacht betaal je de wakkere prijs. Enkele oudere mannen, ouder dan ik, scharrelen met Thaise jonge meisjes over het strand. Het fenomeen is niet zo manifest als in andere meer toeristische delen van het land, maar toch opvallend. De dollar draagt hier het masker van de liefde: een zeer dunne glazuurlaag, die duurt tot na de vakantie de werkplaats in het thuisland een hardere realiteit biedt.