Les in halfautomatisch wassen
Paramaribo, 8 september 2005
Iedere inspanning moet ik met veel zweet bekopen. Ik heb mijn appartement gekuist en gedweild. Drijfnat laat ik me in de hangmat vallen, de ventilator naar mijn gezicht gericht. Mijn T-shirt is uitgebeten van het zout dat mijn lichaam verlaat. Wéér verwissel ik van kleding. Het gaat snel met de voorraad frisse was. De stapel shirts slinkt rap. Een gang naar een wasmachine is onvermijdelijk. Op het erf staat een halfautomaat. De bediening vereist een vaardigheidsbewijs. Jenna geeft les. “Nee, niet zo, eerst die klep omhoog, dat knopje omlaag en wachten mijn schat”. “O”. Zo stuntelen we verder. Gebreveteerd probeer ik het later zonder hulp. Een uur verder hangt mijn terras vol schone kleurige was, die ondanks de hitte langzamer droogt dan ik had verwacht. Door de vochtige lucht, zo leer ik later, die als een klamme spelbreker niet meer is weg te denken uit de droge tijd, dag èn nacht.
Morgen ga ik op pad met een Canadees goudbedrijf, dat haar imago wil verbeteren door te investeren in de bosnegerdorpen in het Brokopondodistrict, waar het gouderts wordt gedolven. De bosnegers zelf profiteren maar weinig en zien hun voormalige broodwinning, de gouddelving, verdwijnen.
Vandaag is een Afrobakabus beschoten op de weg naar Brokopondo. Ook is een aantal politieagenten vermoord door bendes, mogelijk uit Brazilië. Militairen worden naar het gebied gestuurd. Lloyd mijn collega, die mij aanvankelijk zou begeleiden, komt in de avond bij mij langs met de boodschap dat hij uit veiligheidsoverwegingen heeft besloten niet mee te gaan met het goudbedrijf. Ik loop naar de krant en in overleg met Serena besluit ik zelf wèl te gaan. Mogelijk zal er politiebegeleiding zijn.————–