Dag van goud
Paramaribo, 9 september 2005
In de vroege ochtend begeef ik mij naar het kantoor van Rosebel Goldmines in de Herenstraat. Op tijd, maar natuurlijk veel te vroeg, voeg ik mij bij het nog niet complete gezelschap dat zal bestaan uit journalisten van STVS-televisie, avondblad De West, en de dagbladen De Times, De Ware Tijd en Dagblad Suriname. Net een schoolreisje. Een middelgrote bus staat gereed. Airco, soft (drink), en puntjes (broodjes) aan boord. Rond acht uur verschijnt Roy van Aerde, PR-manager van Rosebel en reisgids voor de gelegenheid. “De bedoeling is mensen, dat dat negatieve imago waarmee Rosebel te kampen heeft, een beetje wordt weggehaald. We laten jullie onze investeringen in het gebied zien” zo instrueert hij het gezelschap. Op zijn gezicht is een sluwe grijns te lezen. We duiken achterin de bus. Op weg vraag ik Roy naar het contract met de overheid. “Dat gedoe in de media is erg overdreven, Suriname komt er niet slecht vanaf, maar inderdaad, voor wat betreft de royalties zou de overheid er meer uit hebben kunnen slepen” geeft hij toe. Het journalistenclubje is prettig gezelschap. De stemming verbetert evenredig met het aantal afgelegde kilometers. We bezoeken eerst drie bosnergerdorpen, en aan het einde van de dag het terrein van Rosebel zelf. De reis voert over een onverharde weg van rood zand. Stuiterend trillen we richting het Brokopondogebied. Stenen ketsen tegen de carrosserie van het busje. Ongelofelijk. In Paramaribo vertelde Roy eerder dat Rosebel een deel van de weg in het gebied financiert. “Dat is zeker déze weg” grap ik terwijl we ons stevig vasthoudend in ongerief op de zandweg begeven. “Inderdaad, wordt met droge blik bevestigd” De vorige president Wijdenbosch, toen nog stropop van Bouterse, heeft een onbetaalbare brug over de Surinamerivier laten aanleggen door Ballast-Nedam. Vermoedelijk nog altijd niet helemaal afbetaald. Veel mensen vinden dat het geld beter besteed had kunnen worden, aan het asfalteren van de Afrobakaweg bijvoorbeeld. Toch is ook de brug niet onbelangrijk geweest voor de regio. De koele temperatuur in het busje verkwikt. Nu pas merk ik hoe je lichaam zich aanpast. Easy going is onvermijdelijk in de hitte. Mensen met airco zijn gezegend. In de stad zoek ik regelmatig de verkoelende bar van Krasnapolski op. Als we uitstappen beslaat mijn bril, zó vochtig is de lucht. De natuur is verbijsterend mooi. Bomen die in omvang en hoogte alles overtreffen, woudreuzen. We worden geïntroduceerd bij een dorpje, Marschallkreek. Vrouwen en kinderen voor hun hut. Een collega van De West, zelf marron, vertaalt vanuit het Aukaans. Uiteindelijk worden we aan het einde van de dag na een strenge militaire controle, toegelaten op het mijncomplex. De strategie van Roy was om ons moe te krijgen. Zo zouden de kritische vragen aan het einde van de dag, tijdens het gesprek met de president, tot een minimum worden beperkt. Tevergeefs, het hemd wordt van zijn lijf gevraagd. Vreemd genoeg volgt er geen informatie op papier. In Suriname vinden veel taferelen achter de schermen plaats, in verborgenheid. In het verleden werden enkele politici bevoordeeld door een deal met een bedrijf.