Tastbaar verleden
Colombo, 13 februari 2014
In een oorverdovende kakofonie van straatgeluiden proberen we een doorgang te vinden in de Keyzerstraat, midden in het beruchte Pettahkwartier. Hoog tempo, voortdurende hectiek en uitbundige kleuren. Open markten, straatlengten lang. Het is een komen en gaan van oude vrachtwagens, driewielers en mannen die bezweet een vracht op de schouder torsen en door het verkeer loodsen. Ook het Dutch Periode Museum ligt in het Pettahkwartier. Binnen zien we alledaagse objecten uit de 17e eeuw, vazen van de VOC, zilveren bestek en meubilair uit de Nederlands-koloniale periode. We bekijken grafstenen van overleden Nederlanders uit die tijd. De grafspreuken zijn door VOC-officials in steen gehakt. Het voelt heel dichtbij. De zeeroutes van de Hollanders zijn op een metershoge landkaart ingetekend. In een vitrine liggen munten die door de VOC in omloop zijn gebracht, met goedkeuring van de Nederlandse Staten Generaal, die de totstandkoming van een VOC met een monopoliepositie had gestimuleerd: dat was overzichtelijk. De werknemers van de compagnie sloegen uiteindelijk aan het muiten en maakten zich schuldig aan het illegaal verhandelen van overzeese producten, wat uiteindelijk tot de ondergang van de onderneming leidde.De lommerrijke straten van Sri Lanka zijn een erfenis van de Hollanders, die de huiseigenaren ter verfraaiing van het straatbeeld, verplichtten om bomen voor hun woning te planten. Het niet nakomen werd gestraft.