Sneeuwlaag in de tropen
Kalaw, 8 februari
Yangon is volledig verstopt. Één groot verkeersinfarct. Gekrioel van auto’s die elkaar vastzetten. De rit naar het noordelijk gelegen busstation duurt twee uur. Intussen biedt het panorama een aaneenschakeling van straattaferelen. Een monnik preekt door een microfoon voor een menigte. Vrachtauto’s dienen als personenvervoer. Bussen en transportauto’s zijn zo volgeladen, dat mensen eraan hangen of erbovenop liggen. Tussen het druk verkeer worden ook hier gerechten op houtvuur bereid. Het busstation blijkt één gecoördineerde chaos. Grote expresbussen parkeren in en uit. Millimeterwerk tussen de tafelende en handeldrijvende mensen. In Birma trekt ’s nachts een net van nachtbussen over het land. Aan de buitenkant van iedere bus blikkert gekleurde kerstboomverlichting. De bagageruimte van onze bus wordt volgeladen met een kast, zakken rijst, sinaasappels en koffers. Even later stuwen we over het slecht wegdek naar het bergachtige Kalaw, een rit van zo’n 500 km. Het is er koud, als we aankomen. Nieuwe gezichten met Nepalese trekken verschijnen in de nacht. Achterop een motor vervolgen we rillend onze weg.
Vrouwen bewerken met een houweel de aarde. Ze lachen en zwaaien. Verderop wordt een deel van het dorre land verschroeid. Een man verrijst achter een stapel bakstenen, die handmatig worden gemaakt. In Birma is alles arbeidsintensief. Vele handen maken zwaar werk. Keien worden vergruisd tot zand en grind. We zien een dorpje dat onder een witte laag ragfijn zand is bedekt, als een sneeuwlaag in de tropen.