Het spel van ratten
Paramaribo, 15 september 2005
Ik zoek de verkoeling op bij de Waterkant, nabij een levendig standje, op het muurtje aan de oever van de Surinamerivier. Een frisse wind strijkt over mijn gezicht. Kinderen zijn tot laat in de avond actief. Aan de oever zelf zie ik tussen de rotsblokken ratten een spel opvoeren. De ratten hebben de omvang van een dwergkonijn. Ze vangen het afval dat argeloos en zonder schroom gedumpt wordt met graagte op. Een hele populatie wordt zo in stand gehouden. Dat geldt ook voor de straten in de stad. Later op de avond zie ik een aantal ratten een rioolput induiken in de Saramaccastraat, een omtrekkende beweging langs afval makend. De sfeer aan de Waterkant heeft een kalmerende invloed: kwetterende en lachende mensen, muziek, kleurrijke drankjes, jongeren leunend tegen hun opgespoten auto’s, met flessen drank en glazen in de aanslag. Even later bezoek ik het nabijgelegen De Waag, grand café-restaurant, dat door een Surinaamse Hollander wordt uitgebaat. De Waag is een prachtig, imposant, ruimtelijk gebouw met grote ventilatoren aan het plafond en kunstige inheemse beelden in de ruimte. Achterdoor een groot buitenterras. Toch stoor ik me enigszins aan de sfeer. Een Nederlands gezin voert heftig gebaren makend een conversatie met de gedreadlockte eigenaar, die het gezelschap animeert: een man geheel gehuld in klassiek wit, zijn geblondeerde vrouw op middelbare leeftijd en hun dochter. Er wordt ‘gek gedaan’ op de maat van de live jazzmuziek die mij eerder naar binnen lokte. Ik zie veel Nederlanders en weinig Surinamers. Toch is het erg goed vertoeven. Een Hindostaanse man bestelt een rum-cola. “Bacardi” benadrukt hij met stemverheffing, het lokale Borgoe tot bocht declassificerend. Enkele Surinaamse vrouwen leunen tegen de bar, piekfijn in de kleren gestoken. Hun ogen scannen het aanwezige beperkte manvolk. “Je mag ons best ten dans vragen hoor!” De toiletjuffrouw vraagt, als ik later de tocht naar het urinoir over de grote houten trap heb volbracht, of ik vakantie vier. Als ik vertel dat ik voor het Dagblad werk, wordt ze enthousiast. “Ik ken nog een blonde dame bij De West, ook Nederlands.’Dat kan alleen maar Petra zijn”, zeg ik. Paramaribo is klein. Het nieuwsitem over de prijsstijgingen wordt door de media dankbaar uitgemolken. Ook door Dagblad Suriname. Zelf schrijf ik uiteindelijk twee artikelen gebaseerd op straatinterviews. Het tweede artikel gaat samen met twee foto’s. Op de redactie geef ik aanwijzingen. Een dag later zie ik de verkeerde foto’s bij de interviews staan: een gepensioneerde man is volgens het onderschrift 28 en een meisje van 15 blijkt 37. Erg vermakelijk, kan gebeuren. Suriname wordt verdeeld door mensen die pro-actief zijn en zich graag willen ontwikkelen, en andere mensen die het allemaal wel geloven en hun positie in bescherming nemen, iedere inspanning zorgvuldig op een weegschaal leggend, die vooral niet mag doorslaan.